Tijdens de vergadering van de Commissie Sociaal op 3 september wist de GB-fractie een aantal belangrijke onderwerpen scherp te belichten. Verschillende agendapunten gaven aanleiding tot kritische vragen en interessante discussies, waarbij onze raadsleden niet schroomden om enkele opvallende kwesties aan te kaarten.
Raadslid Job Westerhuis over het fonds ‘Kansrijk Opgroeien’
Raadslid Westerhuis nam als eerste het woord bij het agendapunt Kansrijk Opgroeien, waarbij de uitvoering van een eerder aangenomen amendement onder de loep werd genomen. Het fonds, ter waarde van 148.000 euro, was bedoeld om kinderen die een extra steun in de rug nodig hebben te helpen. “Het blijkt echter dat de gelden breder zijn ingezet,” stelde Westerhuis, “waardoor ook kinderen die het eigenlijk niet nodig hebben hiervan profiteren. Is dat erg? Nee, maar het is niet in lijn met de geest van het amendement.”
De discussie leidde tot de conclusie dat bij toekomstige bestedingen scherper op de uitvoering gelet zal worden. Het college erkende dat het belangrijk is om in het vervolg meer duidelijkheid te verschaffen over hoe dergelijke fondsen worden ingezet, zodat ze effectief worden besteed voor de beoogde doelgroep.
Raadslid Nick van Woerkom bekritiseert uitgave Winkler Prins
Daarna richtte raadslid Van Woerkom zich op de Jaarrekening en Begroting van de Winkler Prins. Hij sprak zijn verwondering uit over een incidentele uitgave van 75.000 euro voor de vertrekkende directeur-bestuurder. “In het bedrijfsleven is een vertrekbonus niet ongebruikelijk, maar in het onderwijs? Dit geld komt rechtstreeks uit de schoolbegroting, die primair bedoeld is voor het onderwijs van onze kinderen.”
Het antwoord van de nieuwe directeur-bestuurder was helder: dit was een besluit van de raad van bestuur. Hoewel er niets aan deze situatie te veranderen viel, was het volgens Van Woerkom goed dat de kwestie onder de aandacht werd gebracht en de vragen zijn gesteld, zodat dergelijke situaties in de toekomst scherper afgewogen worden.
Raadslid Christel Knot bevraagt bijzondere terugkeergarantie
Raadslid Knot stelde vervolgens een kritische vraag bij de Begroting Volkskredietbank 2025, waarin een bedrag van 92.000 euro was opgenomen voor de terugkeergarantie van een directielid. Deze persoon had meer dan vier jaar een wethoudersfunctie bekleed, waarna de terugkeerregeling in werking trad. “Normaal geldt een terugkeergarantie voor een periode van één à twee jaar, soms drie jaar, maar hier is sprake van een uitzonderlijk langere termijn. Waarom is dat en hoe is dit tot stand gekomen?” vroeg ze. Daarnaast stelde Knot de vraag: “Hoeveel jaar gaan wij deze extra uitgave van 92.000 euro nog tegenkomen? Gemeente Belangen vraagt zich af of dit te verantwoorden is met de doelstelling van de VKB, die bedoeld is om inwoners in een kwetsbare positie te helpen, mensen die niet goed kunnen rondkomen, moeite hebben met het aflossen van schulden of het overzicht kwijt zijn op hun financiële situatie.
Hoewel enkele commissieleden aangaven dat de kwestie gevoelig lag, wees de voorzitter erop dat dit een onderwerp was dat gewoon besproken moest worden, gezien de gepresenteerde stukken. Het college gaf aan dat dit een besluit was van de directie van de VKB en dat de gemeente hier geen invloed op heeft. Ondanks dat het antwoord enigszins onbevredigend was, werd de situatie wel helder in beeld gebracht.
Kritische vragen leiden tot scherpere afwegingen
Al met al was het een levendige vergadering waarin onze raadsleden belangrijke onderwerpen op tafel legden. Door het stellen van kritische vragen en het belichten van onduidelijkheden werd duidelijk dat er in de toekomst scherper gelet zal worden op de besteding van publieke middelen. Zo blijven we als GB-fractie alert op wat er speelt en zullen we ons blijven inzetten voor een transparante en verantwoorde besluitvorming, in het belang van de inwoners van onze gemeente.